Een vertaling mag niet als vertaling herkend worden en toch verraadt veel Engelstalige copy van Nederlandse bedrijven zich meteen: het bestaat uit reeksen keurige Engelse woorden, correct gespeld en netjes van elkaar gescheiden doordat ze beginnen met een hoofdletter en eindigen met een punt, maar het zijn Nederlandse zinnen.
Wat een verademing,” zei mij een marketing manager onlangs. “Dit is Engels waar ik iets mee kan. Wij zijn gewend om de vertalingen van onze teksten eerst aan een dure Engelse copywriter te geven om ze te laten opknappen!
Waarom is het toch zo moeilijk om aan een goede Engelse vertaling te komen?
Het is de frustratie van iedere marketeer die iets met taal doet om een internationaal publiek te bereiken. Je besteedt veel zorg, aandacht en geld aan een prachtige, wervende tekst, en het komt terug van het vertaalbureau en zelfs jij als Nederlander kunt aan je water voelen dat er iets niet klopt. De vertaling is flets en monotoon, elk sprankje creativiteit is verdwenen, en als je pech hebt zijn spreekwoorden en gezegdes letterlijk vertaald en is de ironische afsluiter van paragraaf drie over het hoofd gezien; slechts de golden showers die Frits Bolkestein ons ooit beloofde blijven over.
Leegloop
De reden waarom een goede Engelse vertaling zo lastig is te vinden is even simpel als bedroevend: de markt heeft zichzelf kapotgemaakt door de tarieven te drukken ten koste van zij die het werk doen. Dit heeft veel goede vertalers, taalkunstenaars die beschikken over een zeer brede algemene kennis, het vak doen verlaten. Daarmee is ook de structurele, vakinhoudelijke professionaliteit in de sector zo goed als verdwenen: je moet het leren op een oude fiets, maar er zijn geen oude fietsen meer.
Vertalers zijn over het algemeen geen zakenmensen en organiseren en verkopen zichzelf slecht. Iemand anders is in dat gat gesprongen: het vertaalbureau.
In de 25 jaar dat ik in deze business zit, heb ik heel wat veelbelovende vertalers Engels rond hun 30e zien afhaken. Waarom? Omdat ze niet verder komen en niet méér kunnen verdienen. Sterker nog, ze leveren gestaag bezoldiging in omdat de tarieven die hen worden gegund niet stijgen met inflatie. Bij lange na niet. De tarieven die zij verdienen zijn in 20 jaar tijd amper gestegen.
Erger: vertalers worden tegen elkaar uitgespeeld. Er is een markt ontstaan die wordt bevolkt door zakenmensen die klanten beloven dat het voor een bodemprijs kan, al het werk aannemen en zeggen tegen de vertaler: ‘Is het tarief te laag? Voor jou tien anderen.’ De tarieven die klanten betalen stijgen wel enigszins, maar dat geld gaat niet naar de plek waar het wordt verdiend en in plaats daarvan naar een directeurssalaris, leasebakken voor verkopers, mooie kantoorpanden, office- en projectmanagers, een IT-afdeling, ISO-certificeringen, kwantumkortingen…
De nobele vertaler ziet dat zij het werk doet, maar niet meer in een mooie auto rijdt; niet meer op vakantie kan; langere uren moet maken om de rekeningen te kunnen blijven betalen; überhaupt niet meer alleen de kost kan verdienen. En vergeet niet, vertalers zijn over het algemeen hoog opgeleid en zien hun vrienden en voormalige studiegenoten financieel aanzienlijk beter koersen op de arbeidsmarkt. Zo rond hun 30e, net als ze een beetje ervaren worden, besluiten ze toch maar iets anders te gaan doen. Wat overblijft is niet noodzakelijk middelmatig, maar de algehele kwaliteit daalt wel want het gat moet op een of andere manier worden opgevuld.
I spiek ferry goed Inglis
Je kunt het klanten natuurlijk niet kwalijk nemen dat zij opzoek gaan naar de goedkoopste. Goedkoop staat immers hoog op het prioriteitenlijstje van elke inkoper. Maar er speelt een ander probleem, een probleem in de vorm van een hardnekkig misverstand: we spreken allemaal de taal erg goed. Natuurlijk, de Britten en Amerikanen zijn vol lof over het Engels van de Nederlander: zij spreken zelf meestal geen woord over de grens.
Met kennis van ongeveer 2.000 woorden kunnen Nederlanders zich goed staande houden in een gesprek in het Engels. Je gemiddelde native gesprekspartner put echter op zijn 20e al uit een vocabulaire van 42.000 en op zijn 60e 48.000 woorden. Begrijpt u waar de schoen wringt? Door de complimenten denkt de Nederlander dat hij het wel kan inschatten en dat heeft het vervelende neveneffect dat hij genoegen neemt met Jip-en-Janneke-Engels.
En zo wordt bij het vertaalbureau de verleiding groter om een goedkope, inferieure vertaler op een klus te zetten ten koste van een dure, superieure. De klant merkt er negen van de tien keer toch niks van! En de druk op de superieure vertaler om het voor minder te doen wordt ook groter. Aanvankelijk doet zij mee omdat zij moet eten, maar zij stapt uiteindelijk dus uit het vak, met een verdere kwaliteitsdaling tot gevolg. Het is een vicieuze cirkel.
Tijdsdruk en de drang om alles te kwantificeren
Meten is weten. In de vertaalwereld gaat dat als volgt: van vertalers wordt verwacht dat ze 2.500 woorden per dag vertalen. Voor revisoren, de collega’s die fungeren als tweede paar ogen om de (typ)fouten eruit te halen, wordt bepaald dat zij 1.150 woorden per uur checken. Op die ‘targets’ is het honorarium gebaseerd: als de vertaler 40 uur werkt kan zij x verdienen en haar rekeningen betalen.
Maar de ene tekst is de andere natuurlijk niet. Uw corporate brochure of website, het persbericht dat de komende weken gezichtsbepalend zal zijn voor uw bedrijf – het zijn teksten die misschien wat meer aandacht en creativiteit nodig hebben dan in 312,5 woorden maal 8 uur redelijkerwijs is te geven. Ook de handen van de revisor zijn gebonden. Krijgt hij een tekst van 1.150 woorden die eigenlijk anderhalf uur nodig heeft om opgelapt te worden, dan is hij een dief van zijn eigen portemonnee als hij er dat extra halfuur aan besteedt.
Van tijdsdruk wordt alleen het vertaalbureau beter: hoe meer er wordt vertaald, hoe meer er wordt verdiend. Maar de vertaler wordt opgejaagd door een deadline en kan daardoor niet de kwaliteit leveren die zij graag zou willen. De klant is het kind van de rekening.
Er is voor klanten wat tijdsdruk betreft ook een ander perspectief om bij stil te staan. U bent, geheel terecht, wekenlang bezig met de taalinhoud van bijvoorbeeld uw website: de tone of voice, woordkeuze, stijlvraagstukken, schaven aan eerste, tweede en derde versies, de puntjes op de i zetten. Daarbij, u kent de materie als geen ander. Wel, ook al is uw vertaler nog zo goed, om goed werk te leveren zal zij zich moeten inlezen om uw bedrijf en product te leren kennen nog voordat zij een woord vertaalt. Zij moet misschien in materie duiken die zij nooit eerder is tegengekomen. En dat kan zij prima, het is immers onderdeel van het vertaalvak, maar het kost wel tijd. Het is wat optimistisch om te denken dat een vertaler uw promotietekst van 4.000 woorden, waar een heel team zes weken aan heeft gewerkt, in twee dagen retour kan sturen.
Taal leeft en is dynamisch, en in die zin is het organisch van aard.
Taal is dus niet op dezelfde manier te kwantificeren als producten van een lopende band. Taal leeft en is dynamisch, en in die zin is het organisch van aard. Taal is dus op een niet te onderschatten manier mensenwerk van het soort dat niet is te kwantificeren, zeker niet wanneer kwaliteit een belangrijke parameter is. Kwantificeren met het doel om werk tot kleine eenheden te reduceren die vervolgens onder tijdsdruk moeten worden verricht is in het vertaalvak funest voor de kwaliteit.
Niettemin streven vertaalbureaus natuurlijk wel naar een constante kwaliteit. Daarbij gaan ze nóg verder met het kwantificeren van het werk, en wel de fouten die gemaakt worden. Vertalers worden aangespoord om van hun fouten te leren en daarvoor is een heus systeem ontwikkeld waarbij revisoren fouten categoriseren en doormiddel van een puntensysteem kwantificeren op ernst en regelmatigheid. De problemen hiermee laten zich raden: niet alle spaanders vallen keurig binnen een categorie en wanneer, bovendien, is iets ernstig? Ook zijn vertalers mensen die allemaal zo hun eigenaardigheden hebben en zich even moeilijk in hokjes laten plaatsen als de fouten die zij maken. Een spreadsheetoverzicht van gecategoriseerde fouten zal wellicht handig zijn voor een absolute beginneling, maar toch gaat de methode voorbij aan het organische karakter van taal en het feit dat ook beginnelingen meer hebben aan menselijk contact en een gesprek over hoe iets beter zou kunnen dat is toegespitst op het individu.
De meningen zijn verdeeld. Managers en zakenmensen die ik spreek vinden het prachtig; vertalers zien het als tijd, geld en moeite die beter besteed kunnen worden aan het aantrekken en behouden van goede vertalers die af en toe samenkomen om te lachen om hun fouten en op die manier een en ander van elkaar leren.
Machinevertalingen
De opkomst van de computer en het internet heeft de wereldmarkt volledig opengebroken en veranderd. Het kan heel goed dat uw vertaling is vervaardigd in India, of een ander ‘opkomend’ land. Dit maakt het nog moeilijker voor vertalers Engels om elkaar op te zoeken en samen een oogje in het zeil te houden op kwaliteit.
In parallel met de geografische versplintering van talent door het world wide web ontwikkelt zich technologie die aan vertalers een verleidelijke oplossing biedt voor tijdsdruk: tools zoals Google Translate en DeepL, de bekende vertaalmachines waar je een tekst in stopt en een ‘vertaling’ uit terugkrijgt. De machine zal echter nooit aan zelfs de slechtste of meest onervaren vertaler kunnen tippen, want de machine begrijpt niets en is niet creatief. Er is een duidelijke limiet aan wat de machine kan.
U moet zo’n vertaalmachine zien als een afgesloten kamer met een mannetje erin die door een gleuf in de wand papiertjes met reeksen tekens ontvangt. Het is de taak van dat mannetje om die tekens op te zoeken in een groot boek en de corresponderende tekens die hij daarin vindt te kopiëren op een ander papiertje en dat door een tweede gleuf in de wand naar buiten te gooien. Belangrijk bij deze vergelijking is natuurlijk dat het mannetje in de kamer niets begrijpt; niet de binnenkomende tekens en niet de tekens die hij naar buiten werpt. Voor klanten geen geruststellende gedachte, maar het wordt nog zorgwekkender: het mannetje zijn boek met tekenreeksen is alles behalve dynamisch: achterhaald zodra het is gepubliceerd en rigide qua opties voor uitvoer. De machines ‘leren’ weliswaar steeds meer, maar kunnen nooit de goede vertaler vervangen omdat je context nodig hebt om keuzes te maken. The woman who went into labour on the aeroplane ging niet aan het werk op het vliegtuig.
Het feit dat vertalers (en vertaalbureaus) daar een oplossing voor hebben, zogeheten post-editing, waarbij een vertaler de machinevertaling naloopt en corrigeert, biedt weinig soulaas, want zij staat wederom onder tijdsdruk. Het gehele procedé garandeert fouten en saaie tekst; over het feit dat je dingen in een andere taal nu eenmaal anders zegt, of in een andere volgorde, zwijg ik verder maar.
Vertaalbureau heeft ook voordelen
Nu ben ik in dit artikel niet erg positief over vertaalbureaus, maar er zijn natuurlijk best voordelen voor zowel vertaler als klant. Werken voor een vertaalbureau betekent dat je geen energie hoeft te stoppen klantenwerving en toch een redelijk constant werkaanbod geniet. Voor klanten heeft het ook een aantal voordelen. Een vertaalbureau heeft misschien wel 100 vertalers Engels in de boeken staan en zetten in een ideale wereld de vertaler op een klus die het beste bij de klus past.
Ook snelheid kan een rol spelen. Wanneer 6.000 woorden binnen 24 geleverd moeten worden, kan een vertaalbureau de klus verdelen over drie vertalers en er met uitgebreide digitale vertaalgeheugens voor zorgen dat in ieder geval consequent de gewenste ‘juiste’ woorden worden gebruikt voor een bepaalde klant. Nadeel is dat elke goede vertaler, net als elke goede schrijver, onbewust toch altijd zijn eigen stijlnuances hanteert, en dat zie je onherroepelijk terug in het uiteindelijke resultaat. Niet ideaal voor de kwaliteit dus, maar als tijd de beslissende factor is, is een vertaalbureau vaak de enige optie.
Een vertaalbureau is zeker ook the place to go als uw tekst behalve in het Engels ook in het Duits, Frans, Spaans, Chinees en tig andere talen omgezet moet worden. Het zou onevenredig veel tijd kosten om zelf opzoek te gaan naar alle mensen die nodig zijn om de klus te klaren; een beetje vertaalbureau heeft ze in een database staan en neemt u het projectmanagement uit handen.
Tot slot: ik heb zelf voor vertaalbureaus gewerkt, zowel freelance als in dienst, en hoewel ik echte cowboys heb meegemaakt, heb ik ook bedrijven leren kennen waarin mensen werken die met passie voor hun vak voor u aan de slag gaan en waar het management er alles aan doet om de professionals die zij inhuren van een goed levensonderhoud te voorzien. Als u mij erom vraagt, zijn er verschillende die ik van harte zal aanbevelen.
Toch ben ik ervan overtuigd dat voor belangrijke tekstproducties in de talencombinatie Nederlands-Engels het vertaalbureau vaak niet de beste optie is. U bent veel beter af bij een kleinschalige specialist die zijn sporen heeft verdiend en voor zichzelf is begonnen omdat het alleen nog op die manier loont om uw teksten de aandacht en zorgvuldigheid te schenken die zij verdienen.